Snoeien & Kroonverzorging

Snoeien & Kroonverzorging

In bewoond gebied moeten bomen zich vaak aanpassen aan de grieven en wensen van de mens. Dan is het onvermijdelijk dat bomen worden gesnoeid om eventuele overlast te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het waarborgen of creëren van doorrijhoogtes in lanen, bij het doorlaten van meer licht in panden of tuinen of bij het inperken van het formaat van de boom. voor de standplaats en het veilig houden van de omgeving van de boom.

Een boom die vaker gesnoeid wordt is kwetsbaarder. Het is dan ook van groot belang dat het snoeien vakkundig en met beleid gebeurt. Ondeskundig snoeiwerk kan er helaas toe leiden dat de boom verminkt raakt of dat de stabiliteit en/of de levensduur afnemen.

geplante bomen in een rij

Jeugdsnoei

Deze vorm van snoei vindt meestal al plaats bij de kwekerij. Dit wordt gedaan om een goede, verkoopbare boom te creëren met een mooie, stevige en rechte stam en een evenwichtige kroon met gelijkmatig verdeelde gesteltakken. Zo heeft de boom vanaf het begin de juiste vorm.

Een goede jeugdsnoei heeft bovendien positieve gevolgen voor de lange termijn. Het zorgt namelijk voor minder grote snoeiwonden en minder problemen bij verdere snoeifases in de levenscyclus van de boom.

Begeleidingssnoei

Begeleidingssnoei is het vervolg op jeugdsnoei wanneer de boom op zijn definitieve locatie staat. Deze vorm van snoei is gericht op het ‘vormen’ van de boom zodat deze zonder problemen de volgende groeifase in kan.

Begeleidingssnoei wordt bijvoorbeeld toegepast langs de weg, waarbij een minimale takvrije stamlengte van belang is om ervoor te zorgen dat het verkeer de takken niet raakt. Dat is vooral bij hoge voertuigen, zoals vrachtwagens en bussen, het geval. De boom wordt opgekroond totdat de gewenste doorrijhoogte is bereikt.

Ook wordt er gekeken naar de vorm van de kroon en worden alle takken verwijderd die een probleem vormen, zodat de kroon zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Onder deze zogenoemde ‘risicotakken’ verstaan we o.a. plakoksels (takken met een slechte aanhechting), dubbele toppen en takken die over elkaar schuren. In deze snoeifase wordt over het algemeen nooit meer dan 1/5e deel van het blad verwijderd.

Bomen langs een weg
geplante bomen in een rij

Onderhoudssnoei

Onderhoudssnoei heeft vooral als doel om de gezondheid van de boom te waarborgen en om gevaarlijke situaties te voorkomen door het uitbreken van (dode) takken.

Het kan daarbij gaan om:

  • het weghalen van risicotakken in het kader van de zorgplicht voor bomen;
  • het herstellen van schade die ontstaan is door weersinvloeden;
  • het herstellen van schade die ontstaan is door de mens;
  • het reduceren van de groeiruimte (zowel boven- als ondergronds);
  • het verwijderen van dood hout;
  • het stabiliseren van een verzwakking van de structuur van de boom.

Bij onderhoudssnoei maken we over het algemeen gebruik van de volgende methoden:

Uitlichten
Uitlichten is het selectief inkorten van takken en zijtakken aan de buitenzijde van de kroon zonder dat de vorm en de omvang van de kroon daardoor noemenswaardig worden beïnvloed.

Uitlichten heeft als doel om de belasting van de takken te verminderen en ervoor te zorgen dat er meer licht in de kroon komt, waardoor de groei van de bladmassa in de kroon gestimuleerd wordt. Dat leidt ertoe dat er meer diktegroei plaatsvindt in de betrokken takken en er minder dood hout in de kroon zit.

Uitdunnen
Bij uitdunnen worden hele takken binnenin de kroon weggehaald voor een transparante kroon. Ze worden dus volledig op de stam weggenomen. Door mogelijke negatieve effecten, zoals grote snoeiwonden en kans op inrotting, wordt uitdunnen steeds minder toegepast. Als het niet noodzakelijk is, zullen wij tijdens de onderhoudssnoei dus niet voor uitdunnen kiezen.

Innemen
Innemen houdt in dat alle takken in de kroon worden ingekort, waardoor de kroon in omvang wordt verkleind. De takken moeten tot op een levende zijtak ingekort worden met het doel om de belasting op de kroon af te laten nemen of de omvang van de boom te verkleinen. De boomkroon innemen is het laatste redmiddel om een boom met een verminderde stabiliteit of een verzwakte stam op een veilige manier te behouden. Zo kan het vellen van de boom (de uiterste maatregel) voorkomen worden.

Het nadeel van innemen is dat het effect tijdelijk is. Voor een blijvende reductie moet de maatregel iedere 3 tot 5 jaar herhaald worden.

Kandelaberen
Bij deze behandeling wordt de kroon sterk uitgedund en worden doorgaans alle takken met meer dan 50% ingekort. Indien meer dan 75% van de takken wordt ingenomen, spreken we over ‘kandelaren’. Dan worden alle takken tot ‘stompen’ teruggezaagd. Dat verandert het beeld van de boom zodanig dat hij in vorm tijdelijk lijkt op een kandelaar met meerdere ‘armen’. Dat verklaart meteen de naam van deze methode. Deze methode wordt vooral toegepast bij het verplanten van een boom.

Kandelaberen is een vrij ingrijpende behandeling voor de boom. Dit heeft er alles mee te maken dat bij verplanten boomwortels kunnen afsterven. De boom verliest aan kracht en stabiliteit. Ook is er meer kans op inrotting van de snoeiwonden, wat de conditie en vitaliteit van de boom ernstig aan kan tasten. Na verplanting is de boom dus minder bestand tegen ziektes en aantastingen.

Op de snoeiwonden zullen nieuwe takken ontstaan die minder sterk en minder goed aangehecht zijn. Daarom moet deze ingreep iedere 3 tot 5 jaar herhaald worden. Het is een noodoplossing om een boom in het uiterste geval te kunnen behouden, bijvoorbeeld in geval van zware wortel- of stormschade.

Ons werk

Hier komt de project naam
Hier komt de project naam
Hier komt de project naam